juli 2018
Beperking?
maart 2017
Beperking?
Toen
acht eeuwen her het sonnet werd geboren
was
dichten een kunstvorm voor enkel diegenen
die
dankzij hun welstand hun veer konden lenen
aan
dat wat aan muzengezang was te horen.
Ze
lieten zich niet door de herrie verstoren
van
volksgericht, drinkgelag, marktplaatssirenen,
maar
putten zich uit om in rijm te bewenen
de
liefde die voor het begon was verloren.
De
dichter van nu die het vuur heeft bewaard
en
metrisch zijn boodschap in rijm heeft vervat
wordt
net als weleer door de muzen beloond.
Voor
ridders en rappers van iedere aard
hanteren
de muzen de stelregel dat
de meester zich in de beperking pas toont.
december 2017
december 2017
Van de Sint
hoe je ook smult van speculaas
en kikkertjes van marsepein
of juist van prikkertjes met kaas
en zilveruitjes in azijn
hoe hard je tript op trending tweets
op spotify en pinterest
of juist op zo’n nostalgisch iets
als een fanfare blaasorkest
hoezeer je uitkijkt naar de cross
met helmpje op in volle vaart
of naar het rijden door het bos
met niemand anders dan je paard
hoe ouderwets of progressief
je bent me altijd even lief
maart 2017
De lente bijt
Wanneer de aarde na haar slaap ontwaakt
met halmen in het gras en nieuwe knoppen
waar lome hommels gonzend honinghoppen,
dan geurt het weiland dat van leven blaakt.
Het nieuwe blad heeft daar een nis gemaakt
waarin ik me voor even kan verstoppen,
ver weg van media en krantenkoppen.
Nog nooit heeft stilte mij zo zoet gesmaakt.
Ik snuif de lucht op, maar het zit niet mee.
De pollenplaag, ik had het kunnen weten.
Al niezend zeg ik het tableau tabee.
En thuis vraag ik: Hoe kon ik het vergeten?
Dáár voor de spiegel staat insectenspray.
Ik krab me suf aan honderd muggenbeten.
met halmen in het gras en nieuwe knoppen
waar lome hommels gonzend honinghoppen,
dan geurt het weiland dat van leven blaakt.
Het nieuwe blad heeft daar een nis gemaakt
waarin ik me voor even kan verstoppen,
ver weg van media en krantenkoppen.
Nog nooit heeft stilte mij zo zoet gesmaakt.
Ik snuif de lucht op, maar het zit niet mee.
De pollenplaag, ik had het kunnen weten.
Al niezend zeg ik het tableau tabee.
En thuis vraag ik: Hoe kon ik het vergeten?
Dáár voor de spiegel staat insectenspray.
Ik krab me suf aan honderd muggenbeten.
december 2016
Sinterklaasgedicht | |
al geef ik jou nog chocola
een varkentje van marsepein wat pepernoten in je vla een glaasje Spaanse rode wijn al geef ik jou nog beltegoed een Uber-maandabonnement twee kaartjes voor de paardenstoet een kijkje in een circustent al geef ik jou eau de toilette een stoombadgeurcatalogus een purperen alpinopet een touwtje uit de brievenbus al krijg je alles op een rij niets maakt jou blijer dan jij mij
Pas
het gerust aan naar eigen behoeften. Plagiaat mag van mij! Het
opsom-idee in 4 jambe-sonnetvorm vond zijn inspiratie in “Ik wens je”
van Daan de Ligt.
oktober 2016
|
Plumeau (Utrechts sonnet) | |
Het zwoegen moe, beland ik in mijn bed
de toevlucht voor mijn zware ledematen.
Ik voel het zachte kussen dat me redt
en mij verleidt de boel de boel te laten.
Ik voel het zachte kussen dat me redt
van hoofdpijn, preutsheid en van willen praten.
Het samenzijn kent uitersten; ik wed
dat bedden zoeter zijn dan honingraten.
Het samenzijn kent uitersten; ik wed
dat vrekken erger zijn dan poetsfanaten.
Ik voel het zachte kussen dat me redt
en mij verleidt de boel de boel te laten.
De vrede wordt gekocht met een cadeau:
een peperdure purperen plumeau.
r.1 en 2 zijn mijn vertaling van r.1 en 2 van sonnet 27 van William Shakespeare
|
mei
2016
Buikje
(luchtfietssonnet: samengestelde woorden worden ongrammatisch gesplitst)
Om
zeventig kilo voorgoed te verliezen
besloot hij zijn taille te lijnen met sap.
Maar sjuutjes en smoothies, ze hielpen geen klap,
want telkens weer viel hij te zonde bij ‘t kiezen.
Hij faalde catastro en voelde zich schuldig.
Toch hopende dat hij wat wan had gemaakt,
betrad hij de weegschaal, benard, poedelnaakt.
Zijn buik trok hij in en hij wachtte geduldig.
Zijn vrouw die hem gadesloeg, rolde het hoofd.
“Je werkt toch niet huis dat dat helpt? Het idee!”
Ja, tocht uit die adem, de lucht weegt ook mee.
De bonen die jij staakt en ook nog gelooft…!”
“Het moet wel”, het zweet trok hem van het gelaat,
“Ik zie anders niet welk getal dat er staat.”
besloot hij zijn taille te lijnen met sap.
Maar sjuutjes en smoothies, ze hielpen geen klap,
want telkens weer viel hij te zonde bij ‘t kiezen.
Hij faalde catastro en voelde zich schuldig.
Toch hopende dat hij wat wan had gemaakt,
betrad hij de weegschaal, benard, poedelnaakt.
Zijn buik trok hij in en hij wachtte geduldig.
Zijn vrouw die hem gadesloeg, rolde het hoofd.
“Je werkt toch niet huis dat dat helpt? Het idee!”
Ja, tocht uit die adem, de lucht weegt ook mee.
De bonen die jij staakt en ook nog gelooft…!”
“Het moet wel”, het zweet trok hem van het gelaat,
“Ik zie anders niet welk getal dat er staat.”
Identiteit
|
|
De regels die ik eerder schreef, ze liegen.
Die passie is passé, de rug gekeerd.
Ik was mezelf niet; laat je niet bedriegen.
(Deleten lukt niet – heb ik geprobeerd.)
De liefde die ik tot voor kort beleed,
kon zich voor zomaar ieders oog ontvouwen
en is, door alle likes, zover ik weet,
helaas in virtuele steen gehouwen.
Maar vanaf nu ben jij mijn levenslust.
Met zinnen die ik hier voor jou ga schrijven
is niemand zo hartstochtelijk gekust.
Ze zullen, ik beloof het je, beklijven.
Mijn wachtwoord …, dat vergeet ik keer op keer.
Wie was ik op dit forum ook al weer?
|
|
Dit sonnet is geïnspireerd door de eerste regel van
Shakespeares sonnet 115:
"Those lines that I before have writ do lie"
|
Kerstlicht
|
|
En het geschiedde in die dagen,
zoals sindsdien vaak is geschied,
dat er een kindje werd geboren. Zo wereldschokkend was dat niet. De kleine trappelende beentjes, het huiltje en de eerste lach - ze lijken op die van veel anderen, geboren voor en na die dag. Hoe komt het dan dat wij nog steeds gedenken dat uit Jesse’s stam zo lang geleden, zo ver weg, Maria’s kind ter wereld kwam? Beseffen wij dat ieder mens geboren wordt uit liefdeskracht, en dat het licht dat leven geeft hier is en op herkenning wacht? |
De roekeloze
|
|
Aan ’t einde van de dag als alles stiller wordt
wanneer de schemer door de nacht is ingehaald
dan komt er een moment dat terugblikken bepaalt
hoe de balans is van de kluwens op ons bord.
Maar hoe de wijzer dan ook uitslaat maakt niet uit.
Als een kwajongen met veruit het hoogste woord
wint het gevoel en dwingt daarmee een mat akkoord
van de verdwaasde rede af en maakt haar buit.
Als de emotie zich zo duidelijk laat horen
aan ’t einde van de dag als alles stiller lijkt
en met zijn roepen zelfs die rust lijkt te verstoren
dan is het tijd dat onze rede naar het voelen kijkt,
de roekeloze ruimte geeft en open oren.
Een evenwicht wordt met begrip bereikt.
|
mei 2015
Nocturne
De avond is gevallen;
Nocturne
De avond is gevallen;
’t geluid op straat verstomt.
Het laatste vogelfluiten
bereidt de nacht die komt.
Een bord met nog wat eten
ligt eenzaam op het blad;
het was al ‘n tijdje duidelijk
dat je geen trek meer had.
En nu heeft dan het donker
zich rond ons neergelegd;
geen woorden zijn meer nodig
want alles is gezegd.
Niets hoeft of moet gebeuren;
zoals het is, is ’t goed.
Terwijl we samen wachten,
put ik uit waken moed.
december 2014
Onmetelijke rust
(publieksprijs Raadselige Roos 2014)
Waar eerst gedachten konden gaan en komen,
heerst nu onmetelijke rust.
't Is als de lucht die boven groene bomen
door blaadjes vluchtig wordt gekust.
't Is als de lucht die boven groene bomen
door blaadjes vluchtig wordt gekust.
Soms hecht ik nog aan wat ik heb gedacht;
ik merk de warboel die het sticht.
Dan, als een vogel die de dag verwacht,
verwelkom ik het helder licht.
Het licht dat altijd binnen in mij straalt
en wacht op mijn herinnering,
is daar altijd beschikbaar en onthaalt
de rust waar ik naar binnenging.
Waar vroeger nog illusie chaos bracht,
schijnt nu het licht met volle kracht.
|
De beukenboom - opgedragen aan Lizet
|
|
Op zomaar ‘n grijze, doordeweekse dag
omgeeft de mist de hoge beukenboom
en houdt het bontgekleurde blad in toom,
gevangen in haar hand, met mild gezag.
Voorzichtig maakt een zonnestraal gewag
van licht en warmte die de levensstroom
in tak en wortel stuwen, zonder schroom:
dan straalt de kroon die eerst in nevel lag.
Inmiddels is het beeld mij heel vertrouwd;
het is al vaak een stille troost geweest.
Wanneer de weemoed mij gevangen houdt,
dan haal ik mij die boom weer voor de geest
en zie dan voor me hoe de zon met goud
het blad betovert tot een kleurenfeest.
(Geïnspireerd door 'The Daffodils', van W. Wordsworth)
|
De vrede van het stille land - opgedragen aan Lizet | |
De weide reikt tot aan de waterkant –
een weelderig tapijt van gras en kruid.
Het regent lichtjes en het zacht geluid
verdiept de vrede van het stille land.
Dan drijft de wind de wolken voor zich uit,
het licht doet met zijn kracht zijn woord gestand
en strooit met zonneschijn uit gulle hand -
het groen fleurt op, een witte kwikstaart fluit.
En ik sta aan het hek en mag ervaren
dat de natuur soms los lijkt van de tijd:
zij wil zich in het heden openbaren
in vormen die zij voor mijn oog bereidt.
Het zonlicht speelt op zachtgestemde snaren
en raakt mijn ziel met tegenwoordigheid.
|
Ik zie de wilde vogels huiswaarts keren | |
Ik zie de wilde vogels huiswaarts keren,
verlangend naar het einde van hun vlucht.
Hun V trekt fier door frisse najaarslucht,
het zachte avondrood op witte veren.
De aardse strijd kan hen niet langer deren;
ze reizen, onverstoorbaar, onbeducht,
hoog boven ieder dorpje, elk gehucht,
om in hun verre haven aan te meren.
En onverwacht ben ik niet langer bang
want ik ontwaar een onmiskenbaar spoor;
het voert voorbij de dood en wenkt al lang.
Het fluistert, zachtjes troostend, in mijn oor:
“Wees niet verdrietig om de laatste gang,
de reis gaat immers na het heengaan door!”
|
Zicht op zuiver licht
|
|
Ik vraag je, laat me de manieren zien
waarop het leven zich ten volste toont,
zodat ik weten mag dat alles loont,
dat ik mijn plek in het geheel verdien.
Ik vraag je, laat mij zien waar liefde troont,
want rond mij worden mensen niet gezien,
en harteloos behandeld bovendien.
Is liefde hier, waar zoveel wreedheid woont?
De sluiers van mijn sombere gedachten
ontnemen mij het zicht op zuiver licht
wiens stralen altijd schijnen en slechts wachten
op het moment waarop mijn weerstand zwicht.
Ik voel nu hoe zij mijn gemoed verzachten
en dat door hen een wonder wordt verricht.
|
Elfentalen
|
|
Heel
soms gebeurt het dat ik wakker word
en dat het leven dan een sprookje lijkt. Ik zie een woud dat tot de einder reikt waarover zonlicht zich heeft uitgestort.
Er
is een elfje dat niet van mij wijkt,
en samen dansen wij op ’t sprookjesbord en vangen appelbloesem in mijn schort uit lentebomen waar je ook maar kijkt.
Maar
als de slaap mij daarna weer begroet
ontvouwen
zich heel andere verhalen.
Ik
ken de oude thema’s al zo goed
en
ben gewend dat zij de koers bepalen.
Toch
hoor ik klanken, ver, en ik vermoed
een
melodie in louter elfentalen.
|
|
juli 2014
Laat woorden wenen
|
|
Wanneer verdriet je diep van binnen raakt,
zodat gevoelens golvend binnenstromen,
en strijd vergeefs die vloed probeert te tomen
tot leed je innerlijk heeft leeg gemaakt,
dan helpt verzet niet. Laat de pijn maar komen.
Aanvaarding zorgt dat ’t tij zijn razen staakt,
en dat in jou een nieuwe kracht ontwaakt
die droefheid eerder aan je had ontnomen.
Gebruik de kracht, benut de prille moed,
die jou ontvank’lijkheid geschonken heeft.
Laat woorden wenen in je tranenvloed.
Want liefde die jouw wezen warm omgeeft,
verliest in hartenpijn haar gouden gloed
door stil verdriet dat in de schaduw beeft.
|
|
juni 2014
|
|
Als je lichaam 't niet meer trekt
|
|
Wie ben je nog als lijf en leden
niet meer vol ten dienste staan? Wie ben je nog als denken stopt en niets op niets meer lijkt te slaan?
Houdt je leven werkelijk op
als je lichaam ’t niet meer trekt en het denken met een deken van bedroefdheid wordt bedekt?
Wij stoppen heus niet als we doodgaan,
wij ontstijgen plaats en tijd: Bij het sterven van het lichaam
wordt ons wezen plots bevrijd;
reist het verder, één geworden, alomvattend, voor altijd. |
ReplyDelete"Ik zie de wilde vogels huiswaarts keren" vind ik een heel mooi gedicht. In de meeste gedichten spreekt een positief ingestelde dichter en in dit in het bijzonder.